Terwijl we richting de 365 dagen gaan dat er nog steeds zo’n honderd gegijzelde Israëlische burgers in tunnels in Gaza gevangen worden gehouden, bepleit Dick Pruiksma dat de Protestantse Kerk er beter aan doet om niet meer van Israël te spreken maar van jodendom, omdat niet de staat Israël partner van de Protestantse kerk is maar het jodendom (Trouw, 19 september 2024). Het is een onverstandige en ondoordachte opvatting. Het land Israël en het volk kun je niet los van elkaar zien.
Laten we voortaan niet meer spreken over ‘Kerk en Israël’, oppert emeritus predikant Dick Pruiksma (Opinie, 20 september). “Dat roept het voortdurende misverstand op dat de kerk de staat Israël zou kunnen steunen. Ook in het alsmaar voortdurende geweld in Gaza en de bezette gebieden. Wat niet het geval is.” Pruiksma noemt het begrijpelijk dat toen in 1949 de Israëlzondag werd ingesteld, gekozen werd voor het woord Israël om de betrekkingen met het jodendom te benoemen. “Het ging immers om relaties met religieuze organisaties zoals het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap en het Portugees-Israëlitisch Kerkgenootschap. Maar de tijd heeft ons ingehaald.” Het lijkt erop dat Pruiksma Israël en Israëlitisch op één hoop gooit. Israëlitisch is niets anders dan een negentiende-eeuws synoniem voor joods. Terwijl Israël meer omvat dan sec de religie, zeker nadat in 1948 de staat Israël was uitgeroepen.
Dieper euvel
Er ligt een dieper euvel ten grondslag aan het voorstel van Pruiksma. De Protestantse Kerk zou wel het jodendom kunnen steunen, maar zou zich van Israël verre moeten houden. En dat nu is een onmogelijk toe te passen scheiding. Het verlangen van de Jood, al voordat Theodor Herzls moderne zionisme ten tonele verscheen, is er altijd op gericht geweest om naar het land Israël terug te keren. Al sinds het Joodse volk door de Romeinen eruit is weggejaagd.
Het christendom is tot wasdom gekomen als het geloof van het Romeinse Rijk met Rome als centrum; het jodendom heeft zich als religie ontwikkeld in Israël met Jeruzalem als centrum. Ook na die verbanning is het jodendom niet gestopt, nee zelfs niet na de Shoah, en het is zelfs zo sterk dat het een eigen land, een eigen staat heeft. Niet voor niets is de Israëlzondag in 1949 ingesteld, nadat de staat Israël het jaar ervoor, in 1948, was uitgeroepen.
De staat Israël is de meest concrete en meest robuuste manifestatie van levend jodendom. Niet alleen zijn de joden met hun joodse geloof niet van de aardbodem verdwenen, ze zijn zelfs teruggekeerd naar soevereiniteit in het Heilige Land, hebben er een joods karakter aan gegeven, het land dat de joden groen maakten en dat is uitgegroeid tot een regionale supermacht.
Relatie onderhouden
Het christendom, geënt op de stam van het jodendom (Paulus, brief aan de Romeinen, 11:17), heeft de grootste moeite om de relatie op hygiënische wijze te onderhouden. Tegelijkertijd ziet het voor zichzelf in de geschriften van de apostelen een verplichting om zich met het jodendom te verstaan.
Toen Israël in mei 2023 75 jaar bestond, formuleerde de Britse opperrabbijn Sir Ephraim Mirvis de betekenis van Israël als volgt: ‘De verbondenheid van het Joodse volk met het land Israël is diep en eeuwig. Het is ons wezen als geloofsgemeenschap en natie. Het definieert wie we zijn. Israël voor het Joodse volk is niet slechts een idee, of een plaats waar ons hart ligt. Het is een fysieke realiteit, waar we leven en ademen. De 75 jaar oude staat Israël is een hedendaags wonder, het eeuwige thuis van het Joodse volk.’
Dick Pruiksma is zelf nota bene oud-voorzitter van het Overlegorgaan van Joden en Christenen (OJEC) en van de Protestantse Raad voor Kerk en Israël. Uit zijn voorstel blijkt dat de omgang met de meest concrete en meest robuuste manifestatie van levend jodendom tot de grootste uitdagingen behoort waarmee de Protestantse Kerk Nederland zich geconfronteerd weet.
[Gepubliceerd in Trouw, 26 september 2024]