Veertig jaar geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met chazzanoet. In Rotterdam bestond een Joods koor waarmee we Israëlische liederen zongen. Voor een bat mitswa-viering werd daaruit een koortje geformeerd om in sjoel één stuk te zingen: Retse uit de dagelijkse Sjemone Esre. Het vierstemmige Rotterdamse sjoelkoor dat uit acht koristen bestond, zou nog vele jaren in de sjoeldiensten zingen, Retse en allerlei andere stukken. De Retse van Sirota, zei men over deze compositie.
Ruben Vis, februari 2024
Beroemd gemaakt
Vijftien jaar later ontmoette ik in de sjoel van het Amsterdamse bejaardencentrum Beth Shalom, S.D. Rijnderman, een bewoner, die me vertelde dat hij voor de oorlog chazzan Sirota nog had gehoord. Zijn wangen glommen. Toen ik Retse inzette, begonnen zijn ogen ook te glimmen. Gershon Sirota was in zijn tijd met Jossele Rosenblatt de absolute top van voorzangers. Sirota is nog steeds een begrip, en ‘zijn’ Retse is nog steeds populair. De Amsterdamse chazzan Benzion Moskovits had de compositie zodanig aangepast dat hij hem kon zingen zonder woorden te herhalen. Herhalen was in Amsterdam ten strengste verboden. Zo kon Moskovits zijn sjoelbezoekers toch de populaire melodie laten horen. Hetzelfde gold voor chazzan Wolf Reisel, voor de oorlog chazzan in de Nieuwe Synagoge in Amsterdam. Zijn vertolking , ook dus zonder herhalingen, is te vinden op de CD Jerusalem of the West (uitgave Joods Historisch Museum en Beth Hatefutsot 2005, disc 2).
Chazzanoetliefhebbers noemen het de Retse van Sirota. Kenners van chazzanoet weten het beter en zeggen zelfbewust: de Retse van Schlossberg. Want Gershon Sirota is niet de componist van het stuk. Sirota heeft het door zijn concerten en door minstens drie opnamen beroemd gemaakt. Retse wordt toegeschreven aan Jitschok Schlossberg. Totdat ik De Vrijdagavond van 9 december 1927 opsloeg. Niet Sirota, niet Schlossberg maar Jakowkin is de vervaardiger van de beroemde Retse-melodie. Jakowkin…?
Een noot
Jacob Lipschütz was sinds augustus 1924 oppervoorzanger in Rotterdam. Hij was in 1897 als Selig Lipszyc geboren in Lodz, was voor Rotterdam chazzan in het Zuid-Duitse Stuttgart geweest en daarvoor in Rogasen, het huidige Rogozno, ongeveer midden tussen Warschau en Berlijn. Hij moet een schitterende tenorstem hebben gehad. Een boek met zijn composities bevindt zich in Israel in particulier bezit. Lipschütz wordt in De Vrijdagavond geciteerd in een noot op het artikel Synagogaal-Muzikale Causerieën uit Amsterdam. Door die noot weten we dat de Retse van Schlossberg toch niet helemaal of misschien wel helemaal niet van Schlossberg is.
Oppervoorzanger van Rotterdam
In de noot schrijft de auteur Maurits Hamburg dat hij op het vorige stuk in De Vrijdagavond (het is een vervolgartikel) een reactie heeft gekregen van oppervoorzanger Lipschütz uit Rotterdam. Lipschütz heeft Hamburg geschreven dat de componist van Retse niet Sirota was, niet zijn koordirigent Leo Loew, of Schlossberg maar Jakowkin. Lipschütz had onder leiding van Jakowkin in het koor gezongen op concerten die Sirota heeft gegeven en deze Jakowkin heeft hem, Lipschütz, zelf ooit verteld dat hij de vervaardiger van de Retse-compositie is. Dat zelfs op het programma van concerten die Sirota heeft gegeven in Amsterdam staat dat Retse door Schlossberg is gecomponeerd, komt volgens Lipschütz omdat de administrateur van Sirota het programma redigeerde en Sirota op de accuraatheid van het programma geen acht sloeg, of omdat Jakowkin een niet joods-godsdienstig levend persoon was.
Dus Lipschütz zegt: ik kan het weten, het was Jakowkin die Retse heeft gecomponeerd. Jakowkin, zonder diens voornaam er bij te noemen. – Tot zover de noot.
Onsterfelijk
In een biografie over Schlossberg, die veel niet-liturgische composities maakte voor onder meer operettes, mag Retse natuurlijk niet ontbreken. De biograaf is lyrisch:
In werkelijkheid is deze compositie tot op de dag van vandaag het authentieke prototype van de joodse liturgie gebleven. Het oprechte duet “Techezinu Eyneynu” (We zullen zien) is de belichaming van Joodse zoetheid en religieuze pathos. Dit is een gebed dat een steen kan verplaatsen. Het veroorzaakt spiritueel ontwaken bij iedereen die het hoort. Yitschok Schlossberg klom naar de grootste hoogten en werd onsterfelijk dankzij deze compositie.
Er is zelfs een facebookpagina gewijd aan Schlossberg en die gaat voornamelijk over uitvoeringen van Retse omdat Schlossberg die dus zou hebben gecomponeerd.
Jakowkin
Wie kan die Jakowkin zijn geweest? In Żydzi w kulturze muzycznej na ziemiach polskich w XIX i XX wiek [Joden in de muziekcultuur in de Poolse landen in de 19e en 20e eeuw] wordt Jakowkin als een van de chazzaniem onder de plaats Lodz vermeld. Bij Gniezno staat: Isaac Heyman, de oppervoorzanger van Amsterdam die inderdaad uit Gnesen (Duits voor Gniezno) kwam. Bij Stanislawow staat ‘Pinter M.’ Het is de latere Rotterdamse oppervoorzanger Mendel Pinter Rokach. Hij volgde Lipschütz op die na een slepend conflict het veld moest ruimen maar wel in Rotterdam bleef wonen. Jakowkin wordt zonder voornaam vermeld, zelfs geen voorletter.
In Der Eintritt des Jüdischen in die Welt der Kunstmusik, wordt Jakowkin naast Schlossberg als een componist genoemd van het vierstemmige Die Alte Casche.
In de Gazeta Lodzka van 24 september 1917 staat een advertentie. In de concertzaal van Lodz wordt de odprawi kantor = beroemde voorzanger A.B. Birnbaum begeleid door de dirigent H. Jakowkin. Dit is de chazzan Abraham Ber Birnbaum, die in Czestochowa een chazzanoetopleiding had opgericht en voorzanger was in de nieuwe synagoge. Van Birnbaum zijn diverse gepubliceerde chazzanoet muziekboeken bekend. Wanneer het concert plaatsvindt, staat in de advertentie niet vermeld; geen dag, geen aanvangstijdstip, wel dat de kaartverkoop aan de kassa plaatsvindt: Sprzedaz biletow przy kasie. Waarschijnlijk is het geen concert. Die avond is het Kol Nidre-avond. De advertentie bevat de tekst Nabozenstwa podczas sadnego dnia wat betekent godsdienstoefeningen op Grote Verzoendag. Het lijkt er op dat het gaat om een dienst die in de concertzaal wordt gehouden, zoals in die tijd er door de Joodse Gemeente Amsterdam ook diensten op de Hoge Feestdagen werden georganiseerd in de kleine zaal van het Concertgebouw. Met dat verschil dat het lijkt dat deze dienst met Birnbaum en Jakowkin buiten de kehilla om werd georganiseerd. Van wie of wat deze buitensjoelse sjoeldienst uitgaat wordt niet vermeld. Sinds zijn vertrek uit Czestochowa naar Lodz leeft Birnbaum teruggetrokken. Hij wilde niet meer als chazzan aan een sjoel verbonden zijn. De Jom Kipoer-dienst in 1917 is dus een uitzonderlijk optreden. Dat bij binnenkomst moet worden betaald strookt niet met het Joodse voorschrift om op Jom Kipoer geen geld aan te raken. Anderzijds is het vreemd dat er in de advertentie geen toegangsprijzen zijn vermeld.
Elias Zaludkowski in zijn Kultur treger fun der Idisher Liturgye schrijft onder het kopje Jakowkin dat hij jarenlang dirigent was van het koor van de Shalashner sjoel in Odessa, een grote muzikant die een groot aantal inhoudsvolle composities en recitatieven heeft gemaakt die in alle delen van de Joodse wereld met groot succes worden gezongen.
Macy Nulman wijdt een lemma aan hem in zijn Concise Encyclopedia of Jewish Music: Yakovkin (Yakovka) (fl. late 19th cent.). Choir leader of the Shalashner synagogue in Odessa, Russia, renowned for writing recitatives and choral compositions. Abraham Zvi Idelsohn included his Weshomru (no. 259) as sung by Gershon Sirota, in his Thesaurus of Hebrew-Oriental Melodies (vol. VIII).
Vete’erav [Vese’erov] is in de liturgie een tekstuele variant op Retse als er op jomtov wordt gedoechend [de kohen spreekt de priesterzegen uit]. In oktober 1969 treedt de dan nog jonge chazzan Joseph Malovany op in Manchester samen met het Higher Crumpsall koor onder leiding van Fabian Gonski. Malovany was sinds 1968 chazzan in Edgware, Londen. Hij sluit het concert, met het koor af met Veseerav. Het programmablad vermeldt als componist: Jakovkin (Dank aan David Prager die bij het concert aanwezig was en mij deze informatie stuurde.) Dit moet wel de compositie zijn die door Sirota is vertolkt en opgenomen. In 1973 dirigeerde Gonski zijn koor dat optrad samen met chazzan Avraham Hillman in een concert in Leeds. Hier zong Hillman de compositie – ditmaal is een opname bewaard gebleven.
Chazzanoetkenners
Nadat ik mijn Retse-nieuws had gedeeld in een e-mailgroep met chazzanoetkenners kwamen er al snel reacties. In de groep onder meer Naftali Herstik, de voormalige oppervoorzanger van de Grote Synagoge in Jeruzalem en hoofd van de chazzanoetopleiding in Tel Aviv, Raymond Goldstein, componist en arrangeur van talloze chazzanoetstukken en veelvuldig begeleider van topchazzaniem in concerten, en ook enkele Britse chazzanoetdeskundigen. Men vond het nieuws fascinerend. Algemeen werd aangenomen dat Retse van Schlossberg is en nu blijkt op goede gronden deze behoorlijk anonieme Jakowkin aan de basis te hebben gestaan van een van de beroemdste chazzanoetstukken. Aan de basis want in de groep werd gesuggereerd dat Jakowkin waarschijnlijk verantwoordelijk is geweest voor enkele van de grondthema’s in Retse, zoals Oetehi leratson tamied, of Vetechezena. Of Schlossberg maakte het voorwerk van Jakowkin geschikt voor koor, waarbij Schlossberg uitwerkingen maakte van wat hij Sirota tijdens het davvenen hoorde zingen die op zijn beurt weer in praktijk bracht vanuit zijn jeugd toen hij (Sirota) optrad met Jakowkins koor in Odessa.
Enorme carrière
Als tiener was Sirota (geb. 1874) lid van het koor van Jakowkin in de Shalashna sjoel in Odessa. Wanneer Sirota kort daarop chazzan wordt in een van de sjoels van Odessa zien we Jakowkin daar ook naar toe gaan. Jakowkin moedigde Sirota aan om muziek te gaan studeren aan het Conservatorium van Odessa. Op basis van verschillende aanbevelingen over Sirota die aan de directeur van het conservatorium werden voorgelegd, werd hij met een volledige beurs toegelaten. Op 22-jarige leeftijd wordt Sirota chazzan in Vilna (Vilnius). Het begin van een enorme carrière waarin hij de Retse-compositie beroemd maakte. Sirota trad in New York op in Carnegie Hall en in de grootste zalen in de hoofdsteden van Europa. Caruso bewonderde hem. De grondlegger van Retse blijft voor het grote publiek onbekend. Alleen in een noot in De Vrijdagavond wordt zijn identiteit onthuld: Jakowkin. In chazzanoetkringen is zijn voornaam niet vermeld. Uit de advertentie in de Gazeta Lodzka weten we dat zijn voorletter H. is geweest. Volgens Zaludkowski zou hij in Lodz in armoede zijn gestorven. Het register van de Joodse begraafplaats in Lodz vermeldt een Hersz Jakowkin die in 1919 is overleden. Gershon Sirota is omgekomen tijdens de opstand in het Getto van Warschau op 19 april 1943; Jacob Lipschütz tien dagen eerder in Sobibor.
Luister op Youtube naar Retse:
Gershon Sirota – https://youtu.be/cXx0si6dr_0
Gershon Sirota met koor, Vilna, 1903 – https://youtu.be/VBynlRKlINw
Gershon Sirota met koor, ca. 1918-1919 – https://youtu.be/3KXrgCZ5Ars
Netanel Hershtik met koor, arrangement: Raymond Goldstein, 2019 – https://youtu.be/SYLmI_l8eWM
Benjamin Muller met koor, Antwerpen, ca. 1990 – https://youtu.be/3hfmiIJwLow
Bentsion Moskovits, Amsterdam, zingt Retse zonder herhalingen
Gershon Sirota zingt Veseerav: https://www.youtube.com/watch?v=78j6CC-jcxc