RubenVis

Ruben Vis

De eerste indruk

Riwka, zo zou dit boekwerk heten als het een personalized glossy zou zijn en het accent zou moeten liggen op de cover, de voorkant. Riwka is het Hebreeuws voor Rebecca, de naam van een vrouw in de Tora, de Bijbel.

 Ruben Vis
[bijdrage aan een eenmalig glossy tijdschrift over schoonheid van In Vrijheid Verbonden, 2014]

De voorkant geeft de eerste indruk, die uitnodigt om te kopen, om verder te lezen wat er binnenin staat. Zo was het ook met Rebecca, die de vrouw werd van de aartsvader Izak. Hij stuurde zijn knecht Eliezer er op uit om een vrouw voor hem te zoeken . Aangekomen bij een waterput steeg Eliezer af van zijn kameel; een jonge vrouw, Rebecca, kwam aanlopen. Het Bijbelboek beschrijft haar als: “ze was heel mooi om te zien”.

Op het uiterlijk afgaand, was de eerste indruk dus goed. De volgende toets is hoe ze handelt. En wat blijkt? Rebecca doet wat Eliezer vurig had gehoopt. Ze geeft hem èn zijn kamelen te drinken. Zijn verwachtingen worden ingelost. Dit is de perfecte match voor Izak. Rebecca stemt in en gaat met Eliezer mee om Izak tot vrouw te worden.

Een prima-vista situatie

Veel later, in een van de laatste Bijbelboeken komen we opnieuw een prima vista-situatie (een situatie waarbij de eerste indruk bepalend is) tegen. In de naar haar genoemde Ester-rol lezen we: “het meisje was lieftallig en mooi”. De koning koos Ester tot vrouw. Maar net als bij Rebecca zal ook hier haar handelen uiteindelijk van grotere betekenis blijken. Ester toont durf en leiderschap, durf om tegen de koning in te gaan en leiderschap opkomend voor de Joden, de groep waar ze uit stamt en waarvan ze zich tot leider ontpopt. Redding brengend in hun benarde situatie wanneer de antisemitische minister-president hen wil doden.

Rebecca en Ester, van beiden is de eerste indruk: schoonheid. De pracht van de omslag nodigt uit tot voortgaande interesse. Een interesse die wel bevestiging moet vinden in de verdere inhoud. Rebecca en Ester maken die verwachting waar.

De allermooiste cover

Het Joodse volk wordt wel het Volk van het Boek genoemd. Het boek in kwestie is onmiskenbaar de Tora, ofwel het oude testament. De Tora is voor Joden het meest kostbare bezit. Eigenlijk heeft iedere Jood ook de plicht om zelf een Tora te laten schrijven. de Joodse koning David droeg zelfs steeds een Tora bij zich. Ook de Tora heeft een omslag, net als ieder boek. Maar de uitvoering van de Tora is in 3000 jaar onveranderd. Nog steeds met de hand geschreven. Met een veer en inkt, op perkament. De  perkamenten vellen worden aan elkaar genaaid, meters lang. De twee uiteinden, bevestigd aan houten stokken, worden van twee kanten af opgerold. Zodat er dichtgerold twee rollen tegen elkaar aan staan.

De Tora, het boek der boeken, wordt omhuld met de allermooiste cover. Een mantel van prachtige stof wordt er voor op maat gemaakt, met gouddraad bestikt en met gouden franje afgezet. De koning(in) is menselijk gezien de hoogste. Gelijk het koningschap draagt de Tora een kroon. Maar niet van goud! Goud was de dragende factor in het plegen van de grootste menselijke zonde, die de Tora beschrijft. Juist toen het Joodse volk in de woestijn de Tora zou krijgen, maakte het ter verafgoding een gouden standbeeld in de vorm van een kalf.

Een veelkleurig gewaad

Met een prachtige omslag bekleed is ook Jozef, de zoon van Jakob. Hij krijgt van zijn vader een veelkleurig gewaad, trekt het aan en gaat aldus gekleed naar zijn broers. Jozef is een dromenverteller. De broers zien hem aankomen in zijn prachtig gewaad; jaloezie maakt zich van hen meester. De omslag bij Jozef is mooi, te mooi voor de lezers van zijn dromenboek. Zijn broers kunnen zijn verhalen, zijn droomuitleggingen, niet tot zich nemen.

Rebecca, Ester, Jozef, hun verhalen zijn te lezen in de Tora en de Bijbelse profetenboeken. Verhalen van toen, maar meegedragen door de Joden op hun reis door de tijd. Kinderen, door de eeuwen heen dromen zelf koningin Ester te zijn; een mooie vrouw, met durf en een vrouw die leiderschap toont. Of Jozef, die door zijn broers werd verkocht maar dromen uit kon leggen en vanwege die door God ingegeven inzichten werd benoemd tot onderkoning van Egypte.

Een stukje Goddelijkheid

De droom van het Jodendom is dat het stukje Goddelijkheid dat in ieder mens zit genesteld, naar buiten toe wordt gemanifesteerd. De meest Goddelijke persoon op aarde was Mozes, de leider van het Joodse volk die de volgende door God gedicteerde woorden opschreef; dit is de Tora, het Boek der Boeken. Mozes had ook een omslag, ook een cover. Rond zijn hoofd een stralenkrans. Helaas door vertalers van de Tora verkeerd vertaald, verkeerd geïnterpreteerd. Het Hebreeuwse woord ‘keren’ heeft twee betekenissen. Enerzijds ‘hoorn’ zoals op de kop van een stier en anderzijds ‘straal’. Kunstenaars namen de verkeerde vertaling over en zo zien we Mozes eerder als een duivel met twee horens op zijn hoofd afgebeeld dan als man van God, van wiens gezicht de stralen afschitteren.

De uitstraling van Mozes was niet alleen spiritueel, maar manifesteerde zich ook fysiek. Mozes bezat een stralend gelaat. Zo zeer zelfs, zo fel stralend, dat de mensen hem niet aan konden kijken. Daarom droeg Mozes volgens de Tora een masker of gezichtsscherm. Om de felheid van zijn gezicht te dempen. God heeft geen perfecte wereld, geen perfecte mensen geschapen. Zo had zelfs de meest goddelijke man in het Jodendom een omslag nodig.